Brief Jan van Bergen

De Armhoefse Akkers en verslavingszorg

Er lijkt momenteel een soort affiche strijd te woeden in de Armhoefse Akkers. Enerzijds zijn er de plakkers van de affiche “Nee. Geen junks naar Jan Wier”. Zijn zij de onverdraagzamen? Anderzijds zijn er de ophangers van de Loesje affiche “Vooroordelen. De werkelijkheid is meestal leuker”. Zijn zij de onnozelen die van geen gevaar willen weten?

Op de druk bezochte informatieavond van 23 mei ging het over de voorgenomen vestiging van een verslavingszorg unit in het complex van Jan Wier. De grote meerderheid van de aanwezigen uitte daar zijn bezwaren. Deze waren voor een deel van inhoudelijke aard. Voor een ander deel hadden zij te maken met de gevolgde procedures. Terecht vragen met name ouders met kinderen zich af of de aanwezigheid van verslaafden in de wijk geen gevaren met zich meebrengt. Zouden weerloze en van niets wetende kinderen in een gevarenzone terecht komen? Zouden spuiten en injectienaalden overal worden aangetroffen? Maar ook, vooral oudere, buurtgenoten hebben angsten en aarzelingen. Gaat de onveiligheid op straat en buurt toenemen?

De meest steekhoudende kritieken betroffen de wijze van communicatie tussen de wijk Armhoefse Akkers en de verschillende groepen initiatiefnemers: Novadic-Kentron (een specialistische organisatie voor verslaafdenzorg), de GGz Breburg (Jan Wier) en de gemeente. Zij beweren gedegen onderzoek te hebben gedaan naar de meest geschikte locatie voor de betwiste verslavingszorg unit en zeggen dat het Jan Wier Complex daarvoor het meest geschikt is. De wijk zelf is pas in een zeer laat stadium over het voornemen van een vestiging en een herschikking van de zorg geïnformeerd en wenst een herstart van het onderzoek, een zogenaamde nulfase. De wijk heeft de indruk dat ook andere motieven een rol spelen bij de nu gemaakte keuze. De bewoners wensen volledige openheid. Zij constateren voorts dat er op deze wijze in de wijk geen maatschappelijk draagvlak is voor verdere verslavingszorg.

De buurtkritiek richtte zich, terecht, vooral op de gemeente. Bij monde van de betrokken wethouder Marjo Frenk (GL) liet de gemeente onverbloemd weten vast te houden aan de eerder gemaakte keuze. De gemeente weigert alle medewerking aan een nieuw locatieonderzoek ook als de buurt in dat geval een eventuele vestiging zou accepteren bij een uiteindelijke keuze voor Jan Wier. Onder enig hoongelach beweerde zij dat een nieuw onderzoek veel gemeenschapsgeld zou kosten en dat het onderzoek toch niets nieuws zou opleveren. In de loop van de avond bleek de wethouder niet in staat een bijdrage te leveren aan het construeren van een begin van maatschappelijk draagvlak. Zij bood geen enkele handreiking om uit een mogelijk toekomstige impasse te geraken. Zelfs een aanbod om samen met de buurt te kijken hoe het eerdere onderzoek precies was verlopen ontbrak. Volledige transparantie bleef ontbreken.

Hoewel vooral de gemeente – college van B&W en gemeenteraad – verantwoordelijk moet worden gehouden voor de huidige ontmoedigende en tweespalt genererende stand van zaken treft ook Novadic Kentron en de GGz blaam. Deze organisaties maakten in een huis-aan-huis brief over deze gevoelige kwestie fouten over de datum van de informatieavond. Zo iets draagt natuurlijk niet bij aan het kweken van vertrouwen in de zorgvuldigheid van benadering bij zwaarder liggende gevoelige kwesties, bv over maatschappelijke begeleiding en blijvende controle op de gang van zaken bij de verslaafdenzorg.

Het geheel overziende is het de vraag hoe nu verder. Moeten we hopen dat we getuige zijn van een hype die vanzelf overgaat, evenals de hypes die er waren toen Jan Wier heel lang geleden in de Armhoefse Akkers werd gebouwd of toen zich Polen vestigden in het Klooster?
Mogen we afbreuk doen aan de stelling, dat de zorgplicht van een gemeente meerzijdig is en dat deze zowel wijken en buurten als verslaafden betreft (eigenlijk het enige punt waarin de wethouder volledig gelijk had)? Moeten we getuigen worden van een soort prestigestrijd tussen gemeente en (een deel van) de buurt Armhoefse Akkers waarbij de een niet wil wijken voor de ander? Of zou het toch het beste zijn serieus te denken aan een herstart van het hele proces met alle consequenties en implicaties van dien voor alle betrokken partijen? Het enige dat daarvoor nodig zou zijn is de wederzijdse wil dit proces in te gaan met inbegrip van alle mogelijke gevolgen, inclusief de daarvoor benodigde tijd en de finale locatiekeuze. Geen enkele woonbuurt zit te wachten op verslaafden en plaatsing op een afgelegen industrieterrein kan nooit een optie zijn. Alleen een uiterst zorgvuldige en respectvolle benadering van alle betrokkenen kan een oplossing dichter bij brengen. Het kritische en nauwlettende oog van een speciale groep personen, afkomstig uit de buurt en de gemeente, zou op dit proces moeten toezien.

Jan P. van Bergen

Reageren is niet mogelijk